In Almere bieden het ROC van Flevoland en het ROC TOP op korte afstand van elkaar een aantal dezelfde opleidingen aan binnen de domeinen Economie en administratie, Handel en ondernemerschap en Zorg en Welzijn. Daarnaast wil het ROC TOP gaan groeien in Almere. Het ROC van Flevoland ervaart dit alles als een ondoelmatige situatie en heeft daarover, zonder resultaat, overleg gevoerd met het ROC TOP. Het ROC van Flevoland heeft daarom de CMMBO gevraagd een advies uit te brengen.

Belangrijke aspecten van de zorgplicht doelmatigheid zijn dat: een mbo-instelling zich rekenschap geeft van vergelijkbare beroepsopleidingen in de regio, afstemt met andere mbo-instellingen in de regio en voldoende aanstuurt op samenwerking zodat op regionaal niveau een doelmatig aanbod van opleidingen tot stand komt en dit baseert op een realistische onderbouwing van de verwachte ontwikkeling van het aantal studenten.

Op basis van deze criteria uit de Beleidsregel macrodoelmatigheid in het beroepsonderwijs concludeert de CMMBO dat de voorgenomen groei van het aantal studenten van het ROC TOP in Almere niet wenselijk is uit doelmatigheidsoogpunt. Daarnaast stelt de Commissie vast dat ook een ongewijzigde voortzetting van de bestaande situatie uit doelmatigheidsoogpunt suboptimaal is.

Daarnaast constateert de CMMBO dat Almeerse mbo-studenten zeer mobiel zijn en hun opleiding vanwege een aantal redenen bij een groot aantal mbo-instellingen volgen, met name binnen de grootstedelijke regio Amsterdam. Volgens de CMMBO moet de doelmatigheid van het opleidingenaanbod in Almere dan ook in de context van deze regio bezien worden en is in ieder geval het ROC van Amsterdam ook partij om mee af te stemmen.

De CMMBO adviseert het ROC TOP af te zien van zijn voorgenomen groei van het aantal studenten in Almere  en adviseert het ROC van Flevoland, het ROC van Amsterdam en het ROC TOP, vòòr 26 oktober 2016, afspraken te maken over een evenwichtige opbouw van hun portfolio aan opleidingen. Uitgangspunten hierbij zijn dat:

• • het ROC van Flevoland in Almere een breed en gedifferentieerd aanbod van mbo-opleidingen in stand kan houden,
  • de hiervoor wenselijke integratie van het aanbod van opleidingen van het ROC TOP in Almere in dat van het ROC van Flevoland niet mag leiden tot een aantasting van de continuïteit van het ROC TOP in de grootstedelijke regio Amsterdam. Daarom moet het ROC TOP evenredige compensatie worden verleend, als deze zijn activiteiten in Almere beëindigt,
  • het ROC van Amsterdam zijn onderwijs voor Almeerse mbo-studenten kan continueren.